In ‘De Kampschilders’ vertelt Jan Brokken het verhaal van Willem en Maria Hofker en Rudolf Bonnet, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in hetzelfde jappenkamp terechtkwamen als zijn vader Han en moeder Olga.
Brokken schetst het rijke culturele leven in de jaren dertig op Bali, waar kunstenaars uit de hele wereld naar toe trokken en geïnspireerd en betoverd werden door de lokale cultuur. Aan die wereld kwam een eind toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Brokkens verhaal laat ook zien hoe kunst in onmenselijke omstandigheden een redding kan zijn.