In de nieuwe roman van Vonne van der Meer wijkt een onmogelijke, overspelige liefde voor loyaliteit en gezond verstand. Dit offer van de vrouwelijke hoofdpersoon zet haar op een spoor naar ontluikende religieuze verlangens.
*Bio*
Vonne van der Meer werd in 1952 in Eindhoven geboren. Ze was het jongste kind in een gezin van drie. Haar moeder was een gretig lezer die haar kinderen vaak en graag voorlas.
Na haar eindexamen aan de MMS ging ze een jaar naar een _high school_ in de Verenigde Staten, waar haar liefde voor het toneel werd aangewakkerd door de acteerlessen die ze volgde.
Twee jaar later werd ze toegelaten tot de regieafdeling van de Amsterdamse Theaterschool. Tijdens deze opleiding bleef ze schrijven: verhalen, toneel, scènes.
In 1976 werd Van der Meers monoloog _De Behandeling_ door toneelgroep Centrum op het repertoire genomen. In 1978 sloot ze haar toneelopleiding af en werd ze regieassistent van Franz Marijnen bij het RO-theater.
Al snel regisseerde ze zelf stukken van Goethe, Osborne, Frisch en een bewerking van Plato’s Symposium. Daarna regisseerde ze een kleine tien jaar bij uiteenlopende gezelschappen als Baal, Centrum, De Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk _Weiger nooit een dans_ in premiere.
Van der Meers verzamelde verhalen uit _Hollands Maandblad_ werden in 1985 gebundeld tot haar debuutbundel _Het limonadegevoel en andere verhalen_. Daarna publiceerde ze ongeveer om de twee jaar een boek: romans, verhalenbundels en novelles.