God toch niet dood
“Ik wilde bewijzen dat God noch de vooruitgang dood was, maar de liefde.” Schrijver Arnon Grunberg leest voor uit zijn veel geprezen en Librisprijs-winnende roman Tirza. Een videoregistratie vanuit het Amsterdamse Odeon.
(42 minuten)
Arnon Grunberg is misschien wel de bekendste literator van Nederland. Boeken als Fantoompijn en Blauwe Maandagen lagen op menig nachtkastje, maar de roman Tirza maakte van de schrijver definitief een held. Niet alleen zijn er honderdduizenden exemplaren van verkocht, er is ook een film en een toneelstuk gemaakt van het verhaal.
In Tirza speelt de ietwat vreemde Jörgen Hofmeester de hoofdrol. Zijn jongste, hoogbegaafde dochter Tirza is zijn grootste goed. Hij heeft een obsessie voor haar levensgeluk en is bereid daar heel ver voor te gaan. Het boek dat in 2006 verschijnt is zo populair dat Tirza zelfs een veel gekozen meisjesnaam wordt. Grunberg ontvangt de Libris Literatuurprijs voor het werk dat door lezers van De Groene Amsterdammer wordt uitgeroepen tot ‘de belangrijkste roman van de 21ste eeuw’.
Grunberg wordt in 1971 geboren in een joods gezin dat zwaar getraumatiseerd is door de Tweede Wereldoorlog. Zijn moeder overleefde concentratiekamp Auschwitz en zijn vader zat op talloze adressen ondergedoken. In zijn jonge jaren wilde Grunberg acteur worden tot hij ontdekte dat acteren niet zo leuk was als hij dacht. Op 23-jarige leeftijd debuteert hij met Blauwe Maandagen, waarvoor hij direct de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor wint. Later zal hij nog veel andere literaire prijzen in de wacht slepen, waaronder de AKO Literatuurprijs voor zowel de Asielzoeker als Fantoompijn.
Grunberg, die ook enkele boeken schreef onder het pseudoniem Marek van der Jagt, is verder vooral bekend van zijn korte columns op de voorpagina van de Volkskrant. Jarenlang schreef hij deze zogenoemde Voetnoten. Volgens magazine Quote is Arnon Grunberg de rijkste schrijver van Nederland sinds het overlijden van Harry Mulisch. Zijn vermogen wordt geschat op 4 miljoen euro.