De ouders van Jannetje Koelewijn zijn op sterven na dood als ze hun intrek nemen in het Bartholomeus Gasthuis, bij haar om de hoek. Maar daar bloeien ze weer op en zes jaar lang ziet ze hen bijna dagelijks. Ze bezoekt hun oude dominee, vergezelt hen naar de dokter, rijdt met ze naar Friesland om een opvouwbare scootmobiel te kopen en boekt tickets voor de trein naar Parijs. Ondertussen blijft ze naar hen kijken. Gaat er achter de tragedie van hun mislukte huwelijk een liefdesgeschiedenis schuil? Waarom floreerde de een zo bij het gereformeerde geloof en werd de ander erdoor verpletterd? In gesprek met Peter Gielissen.